Begrijpend lezen is essentieel voor zowel het schoolse als maatschappelijke functioneren. In Nederland zijn er ongeveer 1,5 miljoen mensen boven de 16 jaar die moeite hebben met lezen en schrijven (Rijksoverheid, 2015) . Daarom is het noodzakelijk om voortdurend te streven naar verbetering van het beheersingsniveau van en het onderwijs in deze vaardigheid. In 2010 is in dit licht het Referentiekader Nederlandse taal en rekenen van kracht geworden (Commissie Meijerink, 2008). In dit kader is aangegeven wat leerlingen op verschillende momenten in hun schoolloopbaan op het terrein van taal (en rekenen) moeten kennen en kunnen. Voor groep 8 is het fundamentele niveau voor lezen 1F, wat volgens de commissie door 75% van de leerlingen in groep 8 wordt gehaald (zie ook website taalenrekenen.nl). Uit internationaal peilingsonderzoek (PIRLS-onderzoek, 2011) blijkt dat de leesprestaties van Nederlandse 10-jarigen stabiel zijn gebleven ten opzichte van 2006, maar dat we wel worden ingehaald door andere landen: er zijn inmiddels negen landen die beter presteren op leesvaardigheid.
Ook nationaal vinden periodieke peilingen van het onderwijsniveau plaats. De laatste peiling voor leesvaardigheid vond plaats in 2011-2012 (CITO, 2014). Ten opzichte van de peiling van 2005 was er voor groep 8 een lichte stijging van de vaardigheid in het interpreteren van teksten en woordenschat, en is de vaardigheid in het begrijpen van teksten, studerend lezen en opzoeken gelijk gebleven. In groep 5 was er bij het interpreteren van teksten eveneens sprake van een lichte vooruitgang, en zijn de vaardigheden m.b.t. alfabetiseren, het begrijpen van teksten en woordenschat gelijk gebleven. Daarbij heeft PPON ook de leesmotivatie onderzocht. In groep 8 is het plezier in lezen gestegen en in groep 5 lijkt de daling van het plezier in lezen die zich sinds 1994 heeft voorgedaan tot stilstand te zijn gekomen.